Is er dan een probleem?
Dat ligt er maar aan hoe je die driedeling invult.
Laten we eerst eens kijken wat met die driedeling bedoeld wordt.
Om het even kort door de bocht te benoemen:
- Hoofdstuk 1: Hetgeen gij gezien hebt....
- Hoofdstuk 2 en 3: Hetgeen is ...
- Hoofdstuk 4 en verder: Hetgeen na dezen geschieden zal ...
Dat is een indeling die gebaseerd is op een tekst in Openbaring 1
Openbaring 1:19
"Schrijf dan hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal."
Het probleem ontstaat doordat een ruime meerderheid van de christenheid er een invulling aan geeft dat alles wat na hoofdstuk 3 geschreven is gebeurt als de gemeente opgenomen en bij de Heer is.
De uitleg die gegeven wordt bij dit vers komt daarop neer, dat men aanneemt, dat de zeven brieven profetisch zijn voor zeven opeenvolgende stadia van de christelijke kerk.
Met andere woorden, de gemeente van Laodicea is de gemeente van het laatst der dagen. De gemeente die de wederkomst van de Heer zal meemaken. Dus alles wat er beschreven wordt na die brief aan Laodicea, zal gebeuren als de gemeente bij de Heer is.
Gevoelsmatig heb ik er grote moeite mee, dat het grootste deel van Openbaring niet relevant zou zijn voor de gelovigen.
Deze openbaring is door God gegeven aan Jezus Christus, die deze openbaring doorgeeft aan zijn dienstknechten.
Waarom? Om te tonen hetgeen weldra geschieden moet.
Johannes is een dienstknecht, zo wordt hij genoemd in vers 2, maar in vers 1 staat dat deze openbaring is om de dienstknechten te tonen wat weldra geschieden moet. Dienstknechten in het meervoud. Dat zijn de broeders van Johannes, de gelovigen, de christenen.
Deze gelovigen zijn zalig als zij de woorden van deze profetie voorlezen of horen.
Deze openbaring maakt de gemeente, maakt de gelovigen, openbaar wat voor hen belangrijk is. We worden door God persoonlijk ingelicht over de toekomst. Niet om er niets mee te kunnen doen, maar juist om er acht op te slaan. Zo kunnen we herkennen in welke tijd we leven en waarom we dingen moeten meemaken.
Maar er is meer.
Openbaring 20 spreekt over de eerste opstanding:
" 4 En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en [ik zag] de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.
5 De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren. Dit is de eerste opstanding.
6 Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren."
Er wordt hier heel duidelijk gesproken over de eerste opstanding. De tweede opstanding zal pas duizend jaar later zal zijn. (zie Openbaring 20:12,13 )
Wat opvalt, is dat er gesproken wordt over mensen, die het beest noch zijn beeld hadden aanbeden, en die deel hebben aan die eerste opstanding. Duidelijk mensen die leefden tijdens de grote verdrukking. (Het beest en zijn beeld komen ter sprake in hoofdstuk 13 van Openbaring).
Als u ook gelooft dat die eerder genoemde driedeling de juiste is, dan gelooft u waarschijnlijk ook, dat de gemeente wordt opgenomen in een soort geheime opstanding. Een opstanding die niet in de bijbel genoemd wordt. (De belangrijkste argumenten die hiervoor genoemd worden, met bijbehorende teksten, worden behandeld in de bijbelstudie over de Laatste dingen).
De bijbel spreekt weliswaar over twee opstandingen, maar niet in de zin zoals velen geloven: een geheime opstanding en een opstanding voor allen die leefden tijdens de grote verdrukking. Nee, de eerste opstanding is de opstanding waarin alle gelovigen zullen opstaan.
Openbaring 20:6
"Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, die duizend jaren."
Wanneer is die 'eerste' opstanding dan?
We zullen een paar teksten lezen, waar, volgens mij, elke gelovige het over eens is.
1 Corinthiërs
15: 51-52
"Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden,
52 in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden."
De vereniging met de Heer, dat moment waarop alle gestorven gelovigen zullen worden opgewekt en de levenden veranderd, zal plaatsvinden als de laatste bazuin klinkt.
Dan zal de eerste en enige opstanding zijn van de gelovigen in Christus.
Bij die laatste bazuin, de zevende uit Openbaring 11, zullen alle gelovigen verenigd worden met de Heer. Hij zal het Koningschap op zich nemen en wij, die deel hebben aan de eerste opstanding zullen met Hem mogen regeren als koningen en priesters. (Openbaring 20:6 en Romeinen 5:17 en 2 Timoteus 2:12.
Openbaring 11 en 20 spreken over gebeurtenissen die zullen plaatsvinden ten tijde dat de gelovigen in Christus met Hem verenigd worden. Dat maakt het moeilijk te blijven volhouden dat alles na hoofdstuk 3 zich afspeelt na de opname van de gemeente.
Johannes was in vervoering des geestes. Hoelang dat geduurd heeft weten we niet. Het enige wat we weten was dat hij op de dag des Heren was.
De dag waar Paulus het ook over had toen hij de Tessolonisenzen schreef dat zij niet ongerust moesten zijn alsof de dag des Heren reeds aanbrak. Hij verbond die gebeurtenis aan de komst van onze Here Jezus Christus en onze vereniging met Hem. En dat is ook precies wat er gebeurt als de dag des Heren aanbreekt, en nog veel meer, daar gaat Openbaring dus over.
Voor alle duidelijkheid: Johannes was eerst in geestvervoering en ging daarna schrijven. Het was dus niet zo dat hij dacht: kom, ik zal eens wat gaan schrijven aan de zeven gemeenten. Zo lijkt het, oppervlakkig gezien, wel als je 1:4 leest. Maar uit het vervolg blijkt, dat deze aanhef het gevolg is van iets dat hij meemaakte en wat hij moest schrijven aan de zeven gemeenten.
Met andere woorden: Hoofdstuk 1 is pas geschreven nadat Johannes in geestvervoering was gekomen.
Terwijl hij in vervoering des geestes was hoorde hij een luide stem achter zich: Jezus, in een majestueuze verschijning.
Jezus gaf hem de opdracht wat hij zag op te schrijven en dat te sturen aan de zeven gemeenten. (vers 11). En niet alleen wat hij zag, maar Jezus dicteerde ook persoonlijke woorden aan elk der zeven gemeenten.
Jezus zegt dan: Hetgeen gij gezien hebt en hetgeen is en hetgeen na dezen geschieden zal.
Wat was het dat Johannes gezien had?
- hetgeen gij gezien hebt... De dag des Heren (1:11)
- hetgeen is... De macht en majesteit van Jezus (1:12-20), maar ook de omstandigheden van de zeven gemeenten zoals die er toen waren.
- hetgeen na dezen geschieden zal... Alles wat zou gebeuren nadat Johannes het visioen had gehad inclusief de nieuwe hemel en nieuwe aarde (Openbaring 21)
Dat is de hoofdlijn.
Daarnaast krijgt hij te horen wat hij aan die zeven met name genoemde gemeenten moest schrijven.
In het 4e hoofdstuk lezen we nog een tekst waar we enige aandacht aan moeten geven.
Openbaring 4:1
"Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet."
Het lijkt logisch om te denken dat de mededeling: na deze dingen, slaat op de voorgaande teksten. De teksten die de brieven aan de gemeente weergeven.
Toch denk ik dat dit niet zo is.
Johannes was nog vol van de dingen die Hij gezien had. Dingen die te maken hadden met de dag des Heren. Maar ook het spreken en verschijnen van de Heer was een geweldige ervaring.
Hij heeft het over die dingen als hij in 4:1 zegt: na deze dingen...
Maar, zelfs al zou hij die brieven bedoeld hebben, dan nog zou hij niet gedacht hebben aan dingen die te maken hadden met zeven opeenvolgende kerkstadia. Hij schrijft nergens dat die brieven (ook) zo bedoeld zijn. Het kan natuurlijk wel waar zijn dat ze ook profetisch bedoeld zijn, maar zeker ook tijdelijk en plaatsgebonden.
Eigenlijk komt het probleem van die interpretatie van driedeling voort uit de onschriftuurlijke gedachte dat de gemeente wordt verenigd met de Heer in een geheime opname.
Openbaring is een boek dat ons laat zien waar we op voorbereid moeten zijn. Laten we het dan ook zo lezen dat wij, gelovigen, voorbereid zijn op die dingen die in het boek Openbaring aan ons worden geopenbaard.
Wat duidelijk geworden is, is, dat er geen reden is om uit te gaan van een drie-deling van het boek openbaring op een manier waardoor vrijwel alles wordt geplaatst na de opname van de gemeente.